Who Do You Think You Are?
by Raffaella Huizinga ︎︎︎9 March 2022
I said who do you think you are
Oh, oh (do you think you are, I said)
Ooh some kind of superstar (oh, oh, oh)
You have got to swing it, shake it, move it, make it
Who do you think you are
Trust it, use it, prove it, groove it
Show me how good you are
Swing it, shake it, move it, make it
Who do you think you are
Trust it, use it, prove it, groove it
Show how good you are
Spice Girls 1997
Als voormalig fotograaf denk ik na over de complexiteit van fotografie.
Mijn fotografische archief (2009 – 2018) bestaat uit het fotograferen van ‘De Ander’. Individuen en of groepen mensen die te maken hebben met uitsluiting, onderdrukking, niet tot weinig of verkeerd gerepresenteerd worden. Klassiekers als onder andere dragqueens, circusartiesten en nudisten passeerden mijn lens. Onbewust van sociaal-culturele inbedding vast in koloniaal denken en doen, droeg ik bij aan stigmatisering door stereotypen te reproduceren.
In trotste samenwerking met Sarmad en onderdeel van ‘Reviewing the Archive*’ kijk ik terug op mijn oude werk en werkwijze als fotograaf. Door mijn fotografische archief onder de loep te nemen, te analyseren, bekritiseren, te onderzoeken en verder te kijken, denk ik na over de over de positie van de witte westerse fotograaf, ongelijke machtsrelaties, herhaling van beeld, en ‘De Ander’.
Reviewing the Archive
Who do you think you
are?
Een ‘Hell Hole’, noemde Donald Trump Brussel in 2016, tussen de aanslagen in Parijs en Brussel. Alle ogen waren gericht op Molenbeek, deelgemeente van Brussel en thuisbasis van een aantal aanslagplegers. Na de terreuraanslagen in Brussel op 22 maart 2016 ontstond er veel negatieve beeldvorming over deze wijk en rondom de islam. Ik vond het nodig dat er een positief geluid uit de wijk zou komen. Motief? Een positief beeld creëren, het alledaagse. Waarom? Omdat Molenbeek slecht in het nieuws kwam. Wat had ik hier mee te maken? Niets.
Een jaar na de aanslagen verbleef ik voor een tiental dagen in Molenbeek om een fotoserie te maken over hoe het nu ging met de inwoners van deze wijk. Mijn aanpak was om mensen op straat aan te spreken, te portretteren en vervolgens te vragen hoe het is om in Molenbeek te wonen. Ik bezocht plekken die een invulling konden geven aan het positieve beeld dat ik wilde creëren, zoals: natuurparken, re-integratie organisaties, sociale cafés en kleurrijke winkels. Ook wachtte ik op interessante plekken waar ik mijn vooraf verzonnen beeld kon invullen met de toevallige voorbijganger. Ik zocht naar blije gezichten en een divers beeld. Zo ontstond mijn eigen Disneys ‘It’s a small world after all’ attractie.
Ik verkocht het beeldverhaal aan het Brussels stadsmagazine Bruzz en de Nederlandse krant Trouw. In Trouw werden de beelden geplaatst in een groot artikel, geschreven door Marijke de Vries, een Nederlandse journalist en destijds woonachtig in Molenbeek. Marijke had onderzoek gedaan naar hoe de inwoners van Molenbeek zich voelden na de aanslagen, en dat was niet best. Mijn lachende en vrolijke portretten schitterden naast het minder vrolijke onderzoek naar hoe mensen in Molenbeek zich daadwerkelijk voelden, namelijk: in de steek gelaten.
De serie werd ook in de Brusselse stadskrant Bruzz getoond. Ik vroeg aan schrijver Sytske van Koeveringe een tekst te schrijven over de deelgemeente. Een stuk dat paste bij de insteek van de foto’s, namelijk een positief beeld, iets dat zou afsteken tegen het negatieve beeld en narratief in de media.
Zij wilde nu eens niet het Molenbeek van de verloedering, de leegstand, de hangjongeren en het afval op straat laten zien. Want gedurende de week die ze er doorbracht werd ze vooral getroffen door de mensen die ongevraagd dat stempel 'Molenbeek' krijgen maar intussen het leven leven, zoals ieder ander.
(Van Koeveringen, BRUZZ - Editie 1563, 2017)
Mohamed el Bachiri was gastredacteur van de Bruzz editie waarin mijn serie getoond werd. Mohamed verloor zijn vrouw tijdens de aanslagen op 22 maart 2016 te Brussel. Tijdens een mooi en indringend tv optreden waarin Mohamed de kijker oproept de verbinding met elkaar aan te gaan in plaats van elkaar te haten, komen zijn woorden bij vele kijkers binnen. Later schrijft hij het indrukwekkende boek ‘een Jihad van Liefde’. Een mooi boek waarin de vooroordelen waar de inwoners van Molenbeek mee te maken hebben goed naar voren komen.
Er zijn echt wel sociale problemen in Molenbeek. Het is een gemeente met een grote Marokkaanse bevolking en de werkloosheid is er huizenhoog. Maar het Molenbeek uit de media vind ik angstaanjagender dan de gemeenschap die ik ken.
(Bachiri & Van Reybrouck, 2017)
Mohamed schreef het volgende naast mijn fotoserie in de Bruzz1: ‘Het is triestig dat we de dag van vandaag zulke reportages moeten maken. Maar tegelijk is het ook nodig. Het is maar door de ander te kennen dat we hem kunnen begrijpen en de verschillen kunnen overstijgen.’
Ik weet niet of Mohamed het woord ‘triestig’ heeft bedoeld op de manier waarop ik het woord nu interpreteer. Achteraf gezien is het triestig te noemen dat ik een beeld heb gecreëerd dat ik van tevoren al in mijn hoofd had, namelijk de inwoners van Molenbeek in een positief daglicht zetten. Ik, een bevoorrechte witte vrouw die willekeurig mensen op straat aanspreekt en portretteert, om zo mijn verzonnen verhaal te vertellen, te kunnen verkopen, en iets bij te dragen aan een ‘genuanceerde wereld’. Oftewel The White Savior. Waarom had ik deze fotoserie gemaakt? Voor wie had ik deze fotoserie gemaakt? Wat weet een bevoorrechte westerse witte vrouw als ik van uitsluiting? Waarom wordt mijn positie niet tot weinig bevraagd? Waarom wordt mijn voorkomen voor lief genomen? Kan ik foto’s maken van een groep waar ik niet toe behoor?
Positie - Mijn deelname aan Whiteness
Het voorrecht of privilege je vrijelijk
binnen de samenleving te bewegen is afhankelijk van factoren als afkomst, sociaaleconomische
klasse, gender, fysieke en mentale vermogens en seksuele identiteit. Hoewel
discussies over privileges vaak gaan over het ontbreken ervan, is het minstens
zo belangrijk om na te denken over de manier waarop privileges bepaalde
machtsstructuren overeind houden.Veel inwoners van Molenbeek gaven hun glimlach aan mij en de camera. Ik spreek nauwelijks Frans en dus poseerden de mensen door middel van handgebaren. De gewenning van de camera die vanaf onze jeugd onlosmakelijk verbonden is met opgroeien en we dusdanig als vertrouwd beschouwen, maakt dat mensen gauw poseren. Een foto lijkt een nauwkeurigere relatie te hebben tot de zichtbare realiteit dan andere kunstzinnige nabootsingen ervan, zoals bijvoorbeeld schilderkunst. Doordat het waarheidsgetrouw líjkt, kan een foto als onschuldig of onschadelijk worden gezien. Foto’s zijn echter nooit onschuldig vanwege verschillende facetten. Een foto is een momentopname van een situatie, waarbij er door timing en kadrering altijd dingen zijn die niet worden getoond. Welke invalshoek en welk moment wordt gekozen is aan de fotograaf, die heeft de ‘macht’ te vangen wat die wél wil tonen, en weg te laten wat niet. Maar deze veronderstelde onschuld zit niet alleen in het medium fotografie.
De vanzelfsprekendheid van mijn verschijning speelt hierin ook een grote rol.
Het maatschappelijke systeem zit zo in elkaar dat ik, een witte en westerse bevoorrechte vrouw, word gezien als de norm; veilig, betrouwbaar en vanzelfsprekend. Dit is een overblijfsel van de oude erfenis van het kolonialisme. Het lijkt misschien op onschuld maar is het niet. Het is veronderstelde onschuld. Als iets of iemand wordt verondersteld onschuldig te zijn, terwijl dat niet zo is, kan dit zorgen voor buitengewoon schadelijke en kwetsende situaties.
Ik dacht daadwerkelijk dat ik iets goeds zou kunnen doen voor de Molenbeekse gemeenschap door een ander beeld te laten zien. Het geboren vertrouwen dat ik met deze fotoserie iets goeds zou kunnen betekenen en het niet stilstaan bij mijn positie zegt veel over mijn geschiedenis. Whiteness wordt gezien als de norm in de westerse samenleving en wordt daarom onzichtbaar. Het gevolg is dat de westerse witte mens zich niet bewust is van hun invloed op de westerse maatschappij.
Gloria Wekker omschrijft het in haar boek Witte Onschuld zeer treffend:
Alsof de koloniale bagage van reinheid, zuiverheid, onbevlektheid, van goede kwaliteit, onschuld, superioriteit (Van Dale 1992), die de term ‘wit’ met zich meedraagt door louter wilskracht afgeworpen of weggedacht zou kunnen worden. (…) Een onderdeel van wit privilege is het behoud van de zogenaamde onzichtbaarheid, de on-benoembaarheid, de normaliteit en de naturalisering van witheid. Wit is alleen onzichtbaar en onbenoembaar in de ogen van veel van degene die die positie bezetten, niet in de ogen van zwarte mensen en migranten. (Wekker, 2017, p.245 - 246)
Het is belangrijk om kritisch naar mijzelf en mijn werkwijze te kijken, niet als slachtoffer maar als aanstichter. De aanstichter die op pad gaat met alleen haar eigen doel, om onder het genot van witte privileges een verhaal te vertellen dat geen rekenschap geeft aan haar eigen positie. Ik ging naar Molenbeek om een beeldverhaal te maken, dit te verkopen aan een krant, en daarmee aan iedereen te kunnen laten zien dat ik iets ‘goeds’ had gedaan.
Het is mij duidelijk dat mijn eigen positie voor een lange tijd onzichtbaar was voor mijzelf. Omdat mijn positie altijd als ‘gewoon’ wordt beschouwd, heb ik deze nooit hoeven bevragen of verdedigen. Als wit persoon wordt mijn positie niet uitgedaagd, maar continue bevestigd. Door mij bewust te zijn van mijn bevoorrechte positie, en van het feit dat de fotoserie werd gemaakt vanuit mijn eigen behoefte, maakt de terugblik op deze serie alleen maar problematischer. Dat betekent niet dat je als wit mens niets meer kunt doen of in ieder geval niets goeds kunt doen. Die gedachte is te makkelijk. Het is belangrijk om na te denken over je positie als fotograaf, over de verantwoordelijkheid die je draagt voor het beeld en het verhaal dat ermee wordt verteld. Dus hoe kun je andermans verhaal vertellen met bewustzijn van je eigen positie en behoeftes?
The White Gaze
Het valt mij op dat binnen de fotografie de positie van de westerse fotograaf die ‘De Ander’ fotografeert niet tot weinig wordt bevraagd. Wat zou er gebeuren als bijvoorbeeld Dana Lixenberg haar positie zou benoemen, wellicht spreken over de ongemakken van haar witte aanwezigheid tijdens het maken van portretten in Watts, Los Angeles voor haar project Imperial Courts (1993-2015)? Lixenberg portretteerde de bewoners uit bevooroordeelde wijken. Ze wilde tegenwicht bieden aan de eenzijdige manier waarop de media zuid-centraal Los Angeles in beeld bracht, vooral tijdens en na de Rodney King-rellen van 1992.
Of het koffietafelboek ‘Before They Pass Away’ van Jimmy Nelson uit 2013. Nelson reisde voor zijn project de gehele wereld rond om inheemse bevolkingen te fotograferen. Voordat deze inheemse bevolkingen uitsterven kunnen we, onder het genot van een koffie op de bank, nog genieten van de modieuze portretten die over de gehele wereld gemaakt zijn. De foto’s weerspiegelen een koloniale, destructieve visie over (inheemse) volkeren die zich veelal niet kunnen identificeren met deze vorm. Braziliaanse Yanomami-spiritueel leider Davi Kopenawa, zegt over Nelsons portretten: “Deze man wil alleen zijn eigen ideeën op de foto’s opdringen, in boeken publiceren en aan iedereen laten zien zodat mensen hem een geweldige fotograaf vinden”.
Eigenlijk hebben Nelson en ik veel gemeen, we knijpen onze ogen dicht voor wat echt gebeurt en bevragen onze positie niet. We zouden er met onze witte billen nooit achter komen wat er daadwerkelijk gebeurt. De oplossing is daarom niet om er maar een westers sprookje van te maken en ons dit vervolgens toe te eigenen. Zitten deze mensen te wachten op een witte kolonist die hen als antropoloog komt fotograferen als 'anderen'? Wat als Lixenberg en Nelson open zouden zijn over hun behoeftes en positie? Open op een manier waardoor de kijker ook bewust wordt van hun en diens eigen positie. Zijn de participanten zich ervan bewust dat ze bijdragen aan een westerse representatie? Deze verantwoordelijkheid mag de fotograaf nooit bij de participant neerleggen. De fotograaf is en blijft de initiatiefnemer, en moet zich daarom bewust zijn en bewust omgaan met diens positie.
Research into a
(im)possible way
Afgelopen jaar (2021) ben ik een aantal keer terug naar Molenbeek gegaan om te reflecteren op de fotoserie die ik er maakte in 2017. Ik was op zoek naar de ongelijke machtspositie tussen mij als fotograaf en de bewoners in mijn vorige serie te doen wankelen. Dit keer vroeg ik de inwoners van Molenbeek om mij te positioneren voor de camera, vervolgens mij te fotograferen en indien de taalbarrière het toeliet een tekst onder de foto te plaatsen. Wat zou er gebeuren als we de rollen omdraaien? Ik bleef mij ervan bewust dat ik nog steeds de initiatiefnemer was, degene die de beelden en daarmee de macht weer terug in handen zou krijgen.
Ik hoopte op een beeld dat iets over de bewoners zou vertellen in plaats van over mij, net zoals mijn fotoserie in 2017. Maar de foto’s resulteerden in een jolige bedoeling. De inwoners van Molenbeek zetten mij in als stand-in voor de spullen die zij verkochten of als opvulling van de ruimte. Achteraf gezien zette ik de inwoners in een veel vreemdere positie, waardoor deze poging op voorhand al gedoemd was te mislukken. Het bleek een goede manier om voorbij het verlammende schuldbesef te komen en een andere manier van handelen te kiezen. Opnieuw resulteerde het veronderstelde (on)schuldbesef in een gebrek aan perspectief en het vermijden van engagement. De beelden vertelden weer niets over de inwoners van Molenbeek.
Tijdens mijn bezoek in Molenbeek in 2021 stuitte ik op de fotoserie ‘Puissance Molenbeek’ een onderdeel van #Imagne1080. #Imagne1080 is een jongerenproject van het Huis van Culturen en Sociale Samenhang in Molenbeek. Het project, begeleid door oprichter Zakaria El Bakkali en fotograaf Johanna de Tessieres, geeft Molenbeekse jongeren de kans om zich via film en fotografie te uiten. Naar aanleiding van de tentoonstelling sprak ik met Zakaria en Johanna over het project ‘Puissance Molenbeek’. Zij vertelde dat de jongeren zich bewust zijn van de vooroordelen die heersen over hun wijk. Tijdens de workshops ontstond de behoefte om de grote groep sportende vrouwen die Molenbeek heeft (waarvan een aantal de fotografie workshop volgde) door middel van fotografie te tonen. Door een intensieve samenwerking tussen de jongeren en de begeleiders ontstond de fotoserie ‘Puissance Molenbeek’. Een interessante fotoserie die een inclusief beeld toont van Molenbeekse vrouwen die verschillende soorten sport uitoefenen en resulteerde in een tentoonstelling.
In dit geval gaat het niet alleen om de samenwerking en een tentoonstelling, maar om iets veel groters: representatie. De jongeren kunnen zich identificeren met de beelden, trots zijn dat ze daar staan en andere jongeren kunnen zien dat het tof is om bijvoorbeeld als moslimvrouw te voetballen. Zakaria en Johanna hebben geïnvesteerd in gesprekken met de jongeren en hun families over wat een foto teweeg kan brengen, wat het betekent om een foto tentoon te stellen en werkten samen met de jongeren tijdens het selectieproces.
‘Puissance Molenbeek’ is een mooi project waar duidelijk te zien is dat er gehandeld is vanuit de behoeftes van de Molenbeekse jongeren, en dat men zich bewust was van positie en representatie. Het gaat niet om degene die het gemaakt heeft, maar over wat er op het beeld staat en wat dat beeld kan veroorzaken: in dit geval representatie die vooroordelen overstijgt.
‘Maar, ik bedoelde het niet zo.’
Anousha Nzume -
Hallo Witte Mensen
De tekst van Mohamed Is een goed zetje geweest om te blijven reflecteren op de serie.
‘Het is triestig dat we de dag van vandaag zulke reportages moeten maken’.
Het heeft mij aan het denken gezet over mijn motief om de serie te maken, en mijn positie als witte westerse fotograaf. Het werk zegt veel over mijn idealen, mijn ijdelheid en mijn geschiedenis. Ik was alleen geïnteresseerd in mijn eigen verhaal. Impulsief ingrijpen om te helpen in plaats van eerst luisteren naar wat mensen eigenlijk willen. Maar dan alsnog, zitten die mensen hier eigenlijk op te wachten?
Whiteness blijft een lastig onderwerp, omdat het zo diepgeworteld is in het Nederlandse maatschappelijke systeem. Veel mensen, waaronder ikzelf, zijn zich niet bewust van dit structurele probleem. Ik moet mijzelf herinneren aan de complexiteit van whiteness, aan de dominantie van witte zelfrepresentatie (in fotografie en beeld) en de hardnekkigheid van de witte norm. Tegelijkertijd moet ik ervoor waken mezelf niet buiten het probleem van whiteness te plaatsen, simpelweg omdat ik mij bewust ben van mijn positie en privileges.
Het blijft problematisch dat ik naar een ‘probleemwijk’ ging in de overtuiging dat ik het representatieprobleem van Molenbeek zou oplossen, terwijl ik naïef was, en geen weet had van de koloniale bagage en witte privileges die ik zelf meedroeg. Mijn enorme bewijsdrang om vooroordelen over Molenbeek, maakte dat ik de bewoners als 'De Ander' fotografeerde, en niet openstond voor wat er echt in de wijk gebeurde.
Ik merk dat ik de afgelopen tijd op zoek ben geweest naar een ethische manier om 'De Ander' te fotograferen , maar misschien is de conclusie wel dat dit moet ophouden. Er zijn genoeg fotografen, beeldmakers, schrijvers en kunstenaars die zich kunnen identificeren met de groep waarover het gemaakte werk gaat. De wereld heeft geen witte redders nodig.
Je kunt je bewust zijn van je bevoorrechte positie, macht en alle complexiteit die erbij komt kijken, maar overstijgt dat echt hetgeen waar het daadwerkelijk over zou moeten gaan?
Er zijn mooie voorbeelden van hoe deze complexiteit getoond wordt, maar dit is vaak gepaard gegaan met ongemakken en uitglijders*. Het is belangrijk om over alternatieve vormen na te denken en te leren van fouten om zo nieuwe inzichten te krijgen en niet, zoals ik deed, in oude patronen terug te vallen.
Zakaria en Johanna tonen een mooi en geëngageerd project met en over de jongeren van Molenbeek, en creëren door intensieve samenwerking van binnenuit een fotoserie die een oprecht positief beeld toont. Iets wat ik graag had willen doen, maar onbewust van sociaal-culturele inbedding vast in koloniaal denken en doen nooit had kunnen bereiken.
De hobbelige weg die whiteness is vraagt veel effort en verdieping.
Zoals Mohamed schrijft in ‘Jihad van de liefde’: 'De toekomst? Die begint bij de geschiedenis.'
1. El Bachiri, BRUZZ - Edition 1563, 2017
Bachiri, M. E., & Van Reybrouck, D. A Jihad of Love (2017). De Bezige Bij.
de Vries, M. (2017, March 22). Een jaar na “Brussel” voelt Molenbeek zich in de steek gelaten. Trouw. https://www.trouw.nl/nieuws/een-jaar-na-brussel-voelt-molenbeek-zich-in-de-steek-gelaten~baac3c0f/
Van Koeveringen, S. - edition 1563. (2017, 22 maart). BRUZZ. https://issuu.com/bruzz.be/docs/binder_bruzz_1563
Wekker, G. (2020). Witte onschuld: paradoxen van kolonialisme en ras (01 ed.). AUP Algemeen.
Nzume, A. (2017). Hallo witte mensen (Dutch Edition) (01 ed.). Amsterdam University Press.
* Bieke Depoorter – Agata
Depoorter, B. (2022). Agata. Bieke
Jan Hoek – My Masai
Hoek, J. (2017). Jan Hoek - My Maasai, The Maasai Photographed By Eastern African photographers (1ste editie). APE.